Een uur lang Alle tijd met Richard Long

Ter ere van de tentoonstelling van Richard Long in het Rijksmuseum, deel ik graag nog eens de ontmoeting die ik in januari 2019 met hem beleefde. Ik bezocht hem bij Lisson Gallery in Londen, op uitnodiging van kunsttijdschrift See All This. Het officiële interview verscheen in See All This #13, dat inmiddels uitverkocht is. De versie in dit bericht is aangevuld met persoonlijke belevenissen rondom de ontmoeting.

Onderaan het bericht vertel ik je hoe de ontmoeting mij inspireerde om Water naar de Zee te gaan dragen, en vind je enkele extra links, o.a. naar de podcast die het Rijksmuseum maakte. De tentoonstelling in de Rijksmuseumtuinen is gratis te bezoeken van 26 mei tot en met 29 oktober 2023.

Wie mij langer kent dan vandaag, weet dat ik sinds 2016 de week begin met een strandwandeling. Zo ook de week waarin ik bij Richard Long op bezoek ga. Hoe passend is het – zowel in mijn eigen planning als in het kader van de ontmoeting met een wandelkunstenaar – om niet de trein of bus te nemen naar Hoek van Holland, maar er over het strand naartoe te gaan lopen. Het past ook nog eens precies in de tijd, want de boot vertrekt pas verderop in de middag.

Aan de overtocht heb ik 6 jaar na dato weinig herinneringen meer. Wel nog onderstaande foto, en ook die van de drukte op Liverpool Street Station.

Ik heb een hostel geboekt dat niet ver van Lisson Gallery vandaan ligt, zodat ik ook de volgende dag wandelend ten tonele kan verschijnen. Ik doe dat ruim, heel ruim op tijd. Ik hoop Long aan te komen zien wandelen, en me dan steeds bij nadere passanten af te vragen of hij het is. (Ik kende hem voorafgaand aan de uitnodiging tot interviewen niet, er zijn vele malen meer foto’s van zijn werk dan van zijn eigen persoon en heb er ook niet echt werk van gemaakt die op te zoeken, kortom: ik weet niet precies hij er uit ziet.)

En dan is het ineens grappig dat hij nu juist per fiets komt aangereisd. Een excentrieke man: op leeftijd, maar jong van levendigheid. Vooral zijn wenkbrauwen vallen op. We begroeten elkaar met een handdruk en onder wederzijdse naamzegging.

– Onder de foto begint het interview –


Samen wandelen we de galerie binnen. Ze werken al samen sinds 1970. Dat jaar bezocht hij de galerie met de mededeling: ‘Ik ben Richard Long en het is een goed idee als jullie mijn werk tentoonstellen.’ Hijis er in goed gezelschap. Vanuit twee locaties in Londen en twee in New York vertegenwoordigt Lisson Gallery internationaal gerenommeerde kunstenaars zoals Marina Abramović, Ai Weiwei en Anish Kapoor.

Nadat we plaatsnemen in een van de zalen van de galerie, begint ons gesprek met stilte. Ik heb de indruk dat Long zich afvraagt wat onze ontmoeting toevoegt aan de lange lijst publicaties – boeken, documentaires, films – die er in de loop van z n indrukwekkende vijftigjarige loopbaan over hem zijn gemaakt. ‘Ik houd er niet zo van om geïnterviewd te worden’, is het eerste dat hij me toevertrouwt. ‘Ik wil het liefst dat mijn werk voor zichzelf spreekt, maar je had van tevoren een paar goede vragen toegestuurd, dus steek van wal.’

We nemen een diepe duik in zijn werk en komen te spreken over de waarde van onverdeelde aandacht. ‘Die is zeldzaam in het moderne leven. Voorbehouden aan bijzondere momenten. Wanneer je de liefde bedrijft, naar fantastische muziek luistert of er een cricketbal op je wordt afgevuurd. De combinatie van inspanning en ontspanning die je in een soort opperste staat van concentratie brengt. Dat al het andere er even niet meer toe doet en de tijd lijkt stil te staan. Waar het even eeuwig nu lijkt en al het denken verstilt. Daar brengen m n wandelingen me en daar geniet ik van. Het is liefde, het vieren van schoonheid, me daarin onderdompelen en delen wat dat door mij voortbrengt. De fysieke inspanning van het wandelen, het dragen van m n rugzak, waar mijn reizen me brengen… Ik ben blij dat dat m n werk is. Veel anders kan ik ook niet, maar dit gelukkig wel.’

– Tekst gaat door onder de foto –

Kaal lopen
Het werk van Richard Long (Bristol, 1945) heeft verschillende verschijningsvormen. Die zijn allemaal te herleiden tot de wandelingen die hij als basis voor zijn kunst beschouwt. Deze wandelingen maakt hij bijna altijd alleen en met minimale uitrusting, het liefst in verlaten landschappen over de hele wereld. Met hetzelfde gemak in de Himalaya als in Alaska, Afrika, India, Japan en Zuid-Amerika. In zijn geliefde Ierland of nog dichter bij huis, in Dartmoor National Park of rondom zijn woon- en geboorteplaats Bristol.

Op plekken in het landschap die hem daartoe uitnodigen, maakt hij sculpturen van natuurlijke materialen. Van bladeren, stenen, takken of water. Of met zijn eigen voetstappen, door een figuur in het landschap kaal te lopen. In tegenstelling tot andere landschapskunstenaars laat hij meestal in het midden waar hij zijn werken maakt.

‘Onverdeelde aandacht is zeldzaam en voorbehouden aan momenten waarop je de liefde bedr ft of naar muziek luistert’

De sculptuur die Long creëert, geeft hij weer terug aan het landschap en aan de anonimiteit. Wanneer hij sporen, takken en bladeren gebruikt, hebben die een maximale levensduur van een paar dagen. Werken van stenen hebben een langere houdbaarheidsdatum, maar raken overgroeid of zijn zodanig onderdeel van het landschap dat je ze als passant gemakkelijk over het hoofd ziet. Wat blijft en de wereld overgaat, is een foto die Long van zijn werkt maakt en de titel die hij dat beeld geeft.

Maar niet altijd is fotografisch beeld de meest geëigende vorm om zijn belevenissen te delen. Bijvoorbeeld als een werk geen fysieke sculptuur is, maar een handeling die hij op een specifieke plek verricht. Het gooien van een aantal stenen. Of een andere actie of een reeks acties. Zoals waar hij tijdens een wandeling geplast heeft, Urinating Places Line (1993).

Of als hij het ritme van het geluid van regen wil vastleggen. Bij dergelijke werken kiest hij voor tekst als uitingsvorm. Gedichtachtige combinaties van woorden of steekwoorden, steevast gedrukt in zijn lievelingslettertype, de hoofdletters van Gill Sans. In kleine oplages gereproduceerd en te koop aangeboden. Net als de topografische kaarten waarop z n wandelroutes zijn ingetekend – ook daarvoor tellen verzamelaars aanzienlijke bedragen neer.

Naast het zorgvuldig gecomponeerde drukwerk dat Long op deze manier publiceert, is hij vooral bekend door de cirkel- en lijnvormige composities die hij in musea en galeries tentoonstelt. Met uiterste precisie gerangschikte stenen of takken op de vloer, zoals tijdens zijn wandelingen buiten. Of moddersculpturen op de muur, zoals het kunstwerk From the river (1984) dat deel uitmaakt van de permanente collectie van het Kröller-Müller Museum. Het werk is dit jaar te zien tijdens de tentoonstelling die het museum aan Longs werk wijdt.

‘Ik wilde trouwen aan weersz den van de evenaar en werk maken op de top van de Kilimanjaro’

Kosmische passages
Veel van zijn wandelingen zijn zorgvuldig voorbereid rondom een aantal vaststaande gegevens. Dat kan de wandelroute of een bepaalde afstand zijn. Dagenlang of juist kort en alles daartussenin. Veel wandelingen verbinden rivieren of bergtoppen met elkaar, al dan niet door materiaal van de ene plek naar de andere te verplaatsen. Meestal stenen, vaak ook modder en soms zelfs water. Getallen en afstanden dienen ook als basis voor het ontstaan van een wandelwerk. Of kosmische passages zoals maanstanden, zonnestanden, seizoenswisselingen en getijden.

Maar ondanks alles wat Long van tevoren bedenkt, speelt het toeval in zijn werk een grote rol. Veel wandelingen worden ingegeven door een combinatie van wens en praktische gelegenheid. ‘M n eerste wandeling in Afrika kwam er doordat ik mijn zus wilde bezoeken die daar toen woonde. En ik wilde trouwen aan weerszijden van de evenaar en een kunstwerk maken op de top van de Kilimanjaro.’

Door het weer laat Long zich graag verrassen: ‘Of het nu goed weer is, slecht weer of zelfs verschrikkelijk. Het voegt altijd iets toe.’ Hij is zelden bang op zijn reizen. Zelfs niet toen hij nog niet zo lang geleden op een wandeling in Afrika onbedoeld een troep leeuwen doorkruiste. De schrik die hij van mijn gezicht afleest lijkt hem te amuseren.

Daarna gaat hij rustig verder waar hij gebleven was: ‘Ik houd van de vrije ruimte die ontstaat door steeds een paar dimensies van mijn wandeling van tevoren juist wél vast te leggen en al het andere te laten gebeuren zoals het gebeurt. Dan wordt me vanzelf duidelijk waar en wanneer ik een werk wil maken, hoe dat eruitziet en waar het van gemaakt is. Steeds komt het aan op de vraag: is dit de juiste handeling op het juiste moment, op de juiste plek. Alleen dan valt alles samen op de manier die ik zo graag ervaar. Dan maakt een werk zichzelf, door mij.’

Zeggingskracht
Maar wanneer wordt wandelen kunst? Daar is Long duidelijk over en dat was hij al op jonge leeftijd. ‘Toen ik in 1968 Walking a Straight 10-Mile Line maakte, was ik de eerste die op het idee kwam om doelbewust een rechte lijn in een landschap te gaan lopen. En met de bedoeling dat als kunstwerk te doen. Mijn werk is kunst omdat ik kunstenaar ben en het maken van kunst is het vertrekpunt van mijn werk. Ik vind dat de vraag of iets kunst is in de eerste plaats door de maker beantwoord kan en moet worden. Daarna zullen de tijd en de ontvangst van het werk uitwijzen in hoeverre dat terecht is. Hoe origineel is een idee? Kloppen de uitvoering en de uiteindelijke vorm daarmee? De uiteindelijke vorm kan een tastbaar object zijn, maar ook bestaan in de ervaring die een beschouwer van het werk opdoet. De impact en permanente duur van die ervaring.’ Maar over hoe hij wil dat z n werk bekeken wordt, is hij minder mededeelzaam. ‘Er is geen boodschap of bedoeling. Geen instructie of uitnodiging. Alleen de zeggingskracht en kwaliteit van het werk zelf.’

Die kwaliteit wordt al vroeg in z n carrière herkend. Tijdens zijn studie aan de kunstacademie heeft Long nog wel wat baantjes – bij een papierfabriek, als bouwvakker en als manusje van alles in een theater – maar na zijn afstuderen wijdt hij zich volledig aan zijn wandelkunst. Al gauw wordt hij omringd door supporters die hem helpen zijn wandelingen mogelijk te maken. In eerste instantie zijn dat zijn medestudenten, die inzien hoe nieuw en anders Longs werk is.

Dat vinden ook de prominente internationale kunstenaars die hij leert kennen tijdens z n eerste deelname aan een internationale tentoonstelling in Düsseldorf (Konrad Fischer, 1968). ‘Ik liet foto’s van m n werk zien aan Joseph Beuys en Carl Andre en zij waren meteen gecharmeerd van mijn werk. Al snel kwamen er van over de hele wereld uitnodigingen om ook aan andere tentoonstellingen deel te nemen en die komen tot op de dag van vandaag. Ze brengen me op plekken waar ik anders niet op zou komen. Zo ook De Pont. Het was bijzonder om daar deel uit te maken van de openingstentoonstelling van directeur Hendrik Driessen. Ik vind het mooi dat De Pont de overzichtstentoonstelling van mijn werk in Driessens afscheidsjaar heeft geprogrammeerd.’

Onvoorwaardel k
Lang voor zijn tijd aan de kunstacademie was Long geïntrigeerd door natuurfenomenen. Zijn ouders waren fanatieke wandelaars. Zijn vader was leraar en nam de stadskinderen uit zijn klas mee op verkenningen rondom de rivier Avon, buiten Bristol. Long wandelde met ze mee en ook in de zomers trok hij met zijn ouders de natuur in. In zijn lagere schooltijd probeerde hij natuurfenomenen na te bootsen, bijvoorbeeld door met gips een rivierbedding na te maken in een cakeblik, met verschillende inlaten voor water zodat hij de getijden van de rivier kon imiteren.

De wereld is veel veranderd sinds Longs schooltijd in de jaren vijftig en zestig, maar zijn liefde voor de natuur is altijd gebleven. Ook z n werk is betrekkelijk onveranderlijk. Critici nemen hem dat wel eens kwalijk. Zelf zegt h daarover: ‘Als je iets herhaalt wat goed is, wordt het vanzelf beter. En bovendien, elk moment is zo anders, dat eenzelfde handeling op een ander moment of op een andere plek een heel nieuwe ervaring oplevert.’ Hij zegt het met een vanzelfsprekendheid die terugkomt in alles wat hij zegt, doet en maakt. Waardoor zijn werk niet alleen bestaat uit wandelingen in alle vormen die hij deelt, maar ook uit een onvoorwaardelijke overgave aan het leven. Het onverstoorbaar banen van je eigen pad. Zonder strijd, gedoe, contrast, drama of zelfs emotie, thema’s waar veel kunstenaars juist graag inspiratie uit putten.

Nokia
Long houdt z n werk en leven het liefst eenvoudig. Een mobiele telefoon heeft hij wel, een oude Nokia waar je alleen maar mee kunt bellen, maar die gebruikt hij amper. Waar hij wandelt, heeft hij meestal toch geen bereik. ‘Mijn trouwste instrumenten zijn nog altijd mijn kompas en landkaarten, mijn eigen handen en voeten.’

Met politiek, maatschappelijke vraagstukken en de toekomst van de wereld houdt hij zich niet bezig. Ondanks de steeds verder oprukkende steden ziet h z n werkgebied niet in gevaar komen. Bovendien is hij zich er ook van bewust wat de stad hem brengt. ‘Bristol is mijn thuis. Ik kan er anoniem over straat. Ook in Londen kom ik graag. Ik heb de stad nodig en ik heb daar vrede mee. Het kunstleven speelt zich grotendeels af in steden. De stad is mijn poort naar de wereld. Het mag er dan op lijken dat de wereld steeds verder verstedelijkt: verreweg het meeste landoppervlak is leeg. Zelfs hier in Engeland is volop ruimte en van alles te beleven en ontdekken.’

Ondanks zijn leeftijd is Long niet van plan om minder te gaan wandelen, al is veel van zijn tijd de laatste jaren opgegaan aan het tentoonstellen van zijn werk. ‘Ook de tentoonstellingen zijn nadrukkelijk onderdeel van m n werk. Ik ben het aan m n werk verplicht om het met de wereld te delen. En met mensen die het willen zien. Maar met pensioen ga ik nooit. Ik kan niet ophouden met werken want ik ben er nooit echt mee begonnen. Dit is mijn leven.’

Het klinkt heerlijk, vooral de onwaarschijnlijke vanzelfsprekendheid waarmee Richard Long over zijn werk vertelt. Als iemand anders hetzelfde vertelde, zou ik me in de maling genomen voelen. Maar in de belevingswereld van Long wíl ik gewoon geloven. En door dat te doen, wordt zijn werk vanzelf… nog vanzelfsprekender.

– Einde van het officiële interview –

Ongeveer een uur nadat we ons gesprek zijn, merk ik dat Long wat onrustiger wordt. Het komt me voor dat we hebben besproken wat er te bespreken was. Ik realiseer me dat er ook nog een vraag voorlag van de redactie om een foto te maken – als ik daar mogelijkheid toe zag. Ik had daar al wat afhoudend op gereageerd, omdat het me niet zo passend leek bij de concentratie van het gesprek. Toch waag ik een snelle poging. Het levert het portret op dat je daarnet al tegenkwam. Technisch gezien niet goed bruikbaar voor het gedrukte magazine. Daarin krijgen andere foto’s een plaats. Voor mijn eigen herinnering, ben ik alsnog blij dat ik het beeld gemaakt heb.

Het is het enige direct ‘afschrift’ van de ontmoeting. Ik heb ervoor gekozen het gesprek niet op te nemen, waardoor ik het ook niet later terug kan luisteren. Mijn inschatting vooraf was, dat het me zou helpen om eerstens: niet een gesprek of interview te beleven maar een ontmoeting met alle levendigheid die dat mogelijk maakt. En tweedens: ik al mijn aandacht zou richten op het moment zelf, zonder afleiding, plan B, enzovoort. De korte tijd die me ter beschikking stond, wilde ik bovendien liever gebruiken om ‘vrienden te worden’, dan om informatie te downloaden. Met de mogelijkheid dan altijd achteraf nog eens iets te kunnen afstemmen, en op zijn minst het gevoel te hebben in co-creatie aan het uiteindelijke artikel.

Het zorgt ervoor dat ik na het gedagzeggen op zoek ga naar een bankje in een park, om te kijken welke verhaallijnen zich aftekenen. Daarna maak ik gebruik van de gelegenheid van het in-Londen-zijn door Sipke Visser te bezoeken, vriend en projectpartner in Whatever the Weather.

Het interview verschijnt een paar weken later in See All This #13, en worst gevolgd door de opening van de tentoonstelling in De Pont. Daar ontmoeten we elkaar nog eens, maak ik kennis met zijn werk en geniet ik er samen met Elin van. Ik doe Long een exemplaar van NEW HORIZONS cadeau en één van de 12 genummerde en gesigneerde blauwdrukken van ‘Water naar de Zee Dragen’ – de onderneming waar de ontmoeting me uiteindelijk toe inspireert.

En zie hier hoe Water naar de Zee Dragen vervolgens vorm krijgt. In voorbereiding en uiteindelijk in de videoregistratie die Ruud Bijvank er van maakt.

Mocht je het na dit alles leuk vinden om Richard Long zelf te horen vertellen over zijn werk, dan kan dat in de podcast die het Rijkmuseum ter ere van de zomertentoonstelling met hem opnam:

https://www.rijksmuseum.nl/nl/stories/podcast/story/richard-long

Over Bruno van den Elshout

Kunstenaar
Dit bericht werd geplaatst in Nieuws, wezenlijke ontmoeting, whatever the weather, zomergasten en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie